Honden met een plukvacht hebben meestal een zachte, wollige ondervacht, met een bovenlaag van harde, draadachtige haren.

Deze laatste, de “plukvacht” moet regelmatig verwijderd worden.

Bij het plukken wordt het dode haar met de hand (of een trimmes) weggenomen.

Dit gebeurt uiteraard alleen wanneer de vacht plukrijp is. De plukmethode is vrij arbeidsintensief.

Vroeger was het de gewoonte om een hond tweemaal per jaar helemaal kort te plukken, tot op zijn “onderwolletje”.

Tegenwoordig wordt vaak geadviseerd om de hond te laten strippen (zie “Strippen”). In sommige gevallen is een nabehandeling noodzakelijk.

Natrimmen wordt gedaan bij honden die volledig zijn geplukt (dus tot op de ondervacht).

Meestal zie je namelijk na enkele weken wat haren en onderwol “uitsteken” en lijkt de hond wat rommelig.

Bij het natrimmen worden deze haren dan alsnog verwijderd. We noemen dit ook wel “naplukken” of “nawollen”

. Eigenlijk is deze behandeling onontbeerlijk om uw hond er weer superstrak en tiptop uit te laten zien!!